Bebakening
Onder bebakening vallen de borden die informatie geven over het verloop van de weg en de punten waar je in het bijzonder op moet letten.
Hectometerbordjes
Hectometerbordjes zijn bedoeld om snel te kunnen zien waar je je bevindt. Dit kan van levensbelang zijn als er sprake is van een ongeval. In dat geval kun je aan de pechhulpdienst doorgeven waar ze heen moeten rijden. Hectometerbordjes staan telkens één hectometer uit elkaar. Dat is dus één bordje per 100 meter. De bordjes zijn genummerd, dit hectometernummer geeft de afstand in kilometers aan vanaf het begin van de weg.


Naast deze gegevens kunnen hectometerbordjes ook voorzien worden van een letter rechtsonder in de hoek. Dit betekent dat je op een oprit of afrit van de auto(snel)weg rijdt en niet op de hoofdrijbaan. Ook dat is belangrijke informatie om bij een ongeval door te geven aan de hulpdiensten.

Langs auto(snel)wegen wordt steeds vaker de maximumsnelheid ook bovenop het hectometerbordje geplaatst. Let wel op dat deze niet gelden als er naast of boven de weg met normale borden of elektronische signaleringsborden een andere snelheid aangegeven wordt.
Uit-bordjes en chevronborden
Als op een autoweg of autosnelweg rijdt, is het belangrijk dat je vooraf kunt zien waar de uitrijstrook eindigt, of waar de wegen splitsen. Je moet immers ruim voor die tijd de beslissing nemen waar je heen gaat. Daarom staat er bij het einde van de uitrijstrook een bord ‘UIT’ en bij een splitsing van gelijkwaardige stroomwegen het chevronbord.

BB-01
Uit-bord
Afrit van een autosnelweg

BB-02
Uit-bord
Afrit van een autoweg

BB-03
Chevronbord
Splitsing van gelijkwaardige stroomwegen (splitsing van een autoweg of autosnelweg)
Ontbrekende vluchtstroken en verkorte invoegstroken
Langs autosnelwegen ligt een vluchtstrook. Op sommige plekken kan deze vluchtstrook tijdelijk versmald, of zelfs helemaal weg zijn. Bijvoorbeeld onder viaducten, op bruggen en in tunnels. Omdat hiermee de uitwijkmogelijkheid naar rechts wegvalt, wordt dit aangegeven met een bord met schuine zwarte strepen.
Als een invoegstrook korter is dan normaal, wordt dit ook aangegeven met een bord. Vaak is een korte invoegstrook het gevolg van een versmalde of ontbrekende vluchtstrook.
Als er vluchthavens zijn in plaats van een vluchtstrook, dan zijn deze soms aangegeven met een vluchthavenbordje. Deze vind je bijvoorbeeld langs provinciale wegen zoals 80km-wegen en autowegen.

BB-04
Einde of versmalling vluchtstrook

BB-05
Korte invoegstrook
(korter dan 200 meter)

BB-06
Vluchthaven
Alleen gebruiken bij nood
Overweg- en brugbebakening
Om een overweg of beweegbare brug op tijd kenbaar te maken, worden er borden langs de weg geplaatst die aangeven over hoeveel meter je een overweg of brug kunt verwachten. Het aantal diagonale strepen op het bord geeft aan hoe ver je van de overweg bent verwijderd. Iedere streep staat voor 80 meter. Ook kun je aan deze strepen zien aan welke kant je een bebakeningsbord voorbij moet rijden. De strepen wijzen altijd omlaag richting de rijbaan.

Reflectorpaaltjes

Reflectorpaaltjes zijn bedoeld om de bermen en zijkanten van de weg aan te geven. Door te kijken naar deze paaltjes zie je in het donker onder andere de bochten eerder. Aan de rechterkant van de weg staan paaltjes met rode retroreflectoren. Aan de linkerkant van de weg staan paaltjes met witte retroreflectoren. Dit kun je goed onthouden door te bedenken dat je aan jouw kant van de weg (de rechterkant dus) vooral rode achterlichten ziet.
Aan de linkerkant van de weg zie je vooral de witte koplampen van de tegenliggers.
Bewegwijzering
Om de weg makkelijker te vinden in gebieden waar je niet bekend bent, zijn er verschillende borden die je daarbij kunnen helpen. Zo wijzen de borden ‘Doorgaand verkeer’ je naar de doorgaande gebiedsontsluitingswegen. De borden P-route of P-ring wijzen je naar de parkeerplaatsen die meestal aan de rand van het stadscentrum liggen. De borden die een uitwijkroute weergeven (een U met een getal), zijn vaste borden. Zodra er files of afsluitingen zijn op een stroomweg, kan de verkeersinformatiedienst aangeven via welke uitwijkroute je deze files of afsluitingen kunt ontwijken. Deze borden vind je daarom op plekken waar vaker dit soort problemen voorkomen.

BW-100
Route doorgaand gemotoriseerd verkeer; Volg pijl

BW-204
Parkeergelegenheid; Volg route

BW-207
Uitwijkroute; Volg pijl
Gele borden zijn altijd tijdelijke borden, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden. Zo kunnen ze aangeven dat je voor een stad of dorp het beste een bepaald nummer of een bepaalde letter kunt volgen.

T-113
Informatie over de te volgen route

T-201
Aanduiding op de omleidingsroute

OB-501
Omleidingsroute (geen verplichting)
Dynamisch route-informatiepaneel (DRIP)
Een DRIP wordt naast de weg geplaatst en toont verkeerskundige informatie aan bestuurders. Het doel van een DRIP is onder andere de verkeersstromen te verbeteren en files te verminderen. Er zijn verschillende boodschappen die op de DRIP kunnen worden getoond zoals:
- Actuele reis- of vertragingstijden op de route;
- Parkeerinformatie zoals vrije plaatsen;
- Onvoorziene omstandigheden zoals files (rood gemarkeerd), wegafsluitingen, ongevallen, omleidingen, extreme weersomstandigheden of brugopeningen;
- Informatie bij evenementen zoals routes en parkeergelegenheden;
- Landelijke of regionale boodschappen of aankondigingen, zoals campagneteksten.

Deze DRIP geeft aan hoeveel file (rode stukken) er staat op de getoonde routes.

Het bovenste DRIP geeft informatie over een ongeval.
Het onderste DRIP geeft aan hoeveel normale en extra reistijd je kunt verwachten, afhankelijk van welke route je neemt.

Wanneer er geen boodschap op een DRIP wordt getoond, is het gebruikelijk een punt (ontstoringsstip) te tonen. Zo ziet een weggebruiker dat het paneel in gebruik en niet defect is.
Omdat de ruimte op een DRIP beperkt is, worden er afkortingen en pictogrammen gebruikt. De volgende afkortingen worden daarbij gehanteerd:
| minuten | min | knooppunt | knp |
|---|---|---|---|
| uur | h | kruispunt | krp |
| richting | ri | laan | ln |
| noord | N | plein | pln |
| oost | O | straat | str |
| zuid | Z | boulevard | blvd |
| west | W | tunnel | tnl |
| kilometer | km | weg | wg |
Ook plaatsnamen kunnen worden afgekort. Zo wordt Utrecht bijvoorbeeld afgekort tot Utr en Rotterdam tot R’dam.
Als er een route wordt getoond kan deze voorzien zijn van pictogrammen (zoals een brug of een tunnel) of een rode kleur om een file aan te geven.
Symbolen op borden
Net als op de DRIP kunnen ook op borden symbolen voorkomen. De belangrijkste staan hieronder uitgelegd:

Knooppunt

Afslag/afrit

Viaduct/brug

Tunnel

Vliegveld

Bedrijventerrein

Parkeerroute

Rondweg rond stad

Parkeren en reizen (station)

Ziekenhuis