Rijden in tunnels

Het is belangrijk om te weten wat je moet doen en vooral niet moet doen als je in een tunnel rijdt. Helemaal als je met pech stil komt te staan in de tunnel, of als er een ongeval plaatsvindt.

Verlichting

In tunnels is het verplicht om je dimlicht aan te zetten. Gebruik hiervoor liever niet de automatische stand van je verlichting, omdat deze pas het dimlicht aanzet als het donkerder wordt, dus als je al in de tunnel rijdt. Zet handmatig je dimlicht aan, ruim voordat je de tunnel inrijdt. Gebruik nooit je mistlicht aan de achterzijde of groot licht in een tunnel, omdat dit ander verkeer kan verblinden.

istock 158765198

Ook in verlichte tunnels ben je verplicht dimlicht te voeren.

tunnel

Dit bord geeft aan hoe lang de tunnel is die je nadert.

Gedrag

In een tunnel zijn weinig uitwijkmogelijkheden. Moet je voor het inhalen over de weghelft van het tegemoetkomende verkeer, haal dan niet in. Rijd extra defensief in tunnels en neem geen risico’s. Agressief en asociaal rijgedrag is nooit goed, maar in tunnels geeft dit onnodig veel risico op (dodelijke) ongevallen.

Pech

Krijg je pech met je personenauto in een tunnel, probeer dan allereerst de tunnel alsnog uit te rijden. Zet, als je hierbij een obstakel of gevaar vormt, je waarschuwingslichten aan. Bijvoorbeeld als jouw voertuig niet meer de normale snelheid kan rijden of ieder moment kan stilvallen.

Kun je de tunnel niet meer rijdend verlaten, zet dan direct je waarschuwingslichten aan en ga uiterst rechts stilstaan. Laat nooit passagiers in of direct naast de personenauto zitten of staan, maar laat ze zo’n 50 meter voorbij het voertuig staan zodat ze geen gevaar lopen als achteropkomend verkeer het stilstaande voertuig over het hoofd ziet.

Loop zelf in de rijrichting naar de dichtstbijzijnde hulppost. Neem via de noodtelefoon in de hulppost contact op met de wegverkeersleider en volg zijn of haar instructies op. Bellen met je eigen telefoon is vaak niet mogelijk in verband met het slechte bereik in tunnels.

l15

Vluchthaven met een noodtelefoon en een brandblusapparaat

l16

Noodtelefoon

l17

Brandblusapparaat

Ongeval

Bij een ongeval in een tunnel zijn een aantal zaken heel belangrijk:

  • Denk altijd eerst aan je eigen veiligheid
    Als er rookontwikkeling of brand in de tunnel is, is dit zeer gevaarlijk. Kun je de tunnel niet uitrijden, parkeer de auto dan zover mogelijk aan de rechterkant en zet de motor uit. Laat de sleutel in het contact zitten! Verlaat direct de tunnel via de vluchtroute of tunnelbuis. Let daarbij op het overige verkeer. Keer de auto nooit om en rijd nooit achteruit in een poging om de tunnel te verlaten!
  • Informeer de hulpdiensten
    Bel direct het alarmnummer 112. Heb je geen bereik, ga dan naar buiten of zoek een hulppost met noodtelefoon op. Waarschuw via die manier alsnog de hulpdiensten.
  • Verleen hulp
    Probeer het overige verkeer te waarschuwen en verleen indien mogelijk en noodzakelijk hulp aan gewonden. Probeer bij rookontwikkeling iedereen mee naar buiten te krijgen. Doe dit alles alleen als dit je eigen veiligheid niet in gevaar brengt!

Aan deze bordjes kun je zien in welke richting je het beste kunt lopen naar de dichtstbijzijnde nooduitgang. Houd er wel rekening mee dat tegen het verkeer in lopen in een tunnel altijd gevaarlijker is dan vanaf je stilstaande voertuig met het verkeer mee lopen. Achteropkomende bestuurders hebben in dat geval je auto al zien staan en zijn dan alerter op voetgangers op de rijbaan.

l19l50
l19r50
Let op, automatisch vertalen staat aan in jouw browser. Dit kan ongewenste vertalingen geven op deze site. Wij zijn niet verantwoordelijk voor fouten die hierdoor ontstaan in ons lesmateriaal.