Gedragsregels
- Wegen
Alle wegen of paden waar openbaar verkeer overheen kan rijden of lopen. Hierbij horen ook de bruggen en tunnels. Ook de paden en bermen horen bij de weg.
Dit wil zeggen dat een weg alles is van sloot tot sloot en van gevel tot gevel. Een trottoir (stoep) hoort dus ook bij de weg, net als een fietspad dat van de rijbaan is afgescheiden door een berm of trottoir.
Als je aan het verkeer deelneemt, moet je je aan bepaalde gedragsregels houden. Dit zijn algemene regels die zijn opgesteld om:
- te zorgen dat het veilig blijft op de weg;
- weggebruikers en passagiers te beschermen;
- te zorgen dat de weg bruikbaar blijft;
- te zorgen dat het verkeer vrij kan blijven rijden;
- overlast, hinder en schade te voorkomen of beperken;
- de negatieve gevolgen voor het milieu te beperken;
- fraude te voorkomen.
- Bevoegd persoon
Personen die het verkeer mogen regelen en naar officiële documenten mogen vragen. Dit zijn:
- Officieren van Justitie
- Politieagenten
- Militairen van de Koninklijke Marechaussee
- Ambtenaren van de Rijksbelastingdienst
- Ambtenaren van Dienst Wegverkeer en verkeersinspecties
- Ambtenaren van Rijks- en provinciale waterstaat
- Opsporingsambtenaren vallend onder verschillende Ministeries
Aanwijzingen
Iedere weggebruiker is verplicht om alle aanwijzingen van bevoegde personen op te volgen. Daarnaast zijn er ook verkeersbrigadiers (ook wel bekend als klaar-overs) waarvan je de aanwijzingen moet opvolgen. Zij mogen je alleen laten stoppen.

Een verkeersbrigadier mag jou alleen laten stoppen.

Een militair van de Koninklijke Marechaussee mag aanwijzingen geven die je moet opvolgen. Ook mag hij om jouw officiële documenten vragen.
Verplichte medewerking
Als je wordt staande gehouden door een politieagent of een ander bevoegd persoon, mag deze jou vragen om een aantal documenten. Deze moet je verplicht bij je hebben en moet je laten zien als dit gevraagd wordt. Het gaat hierbij om:
- Het rijbewijs.
- Het kentekenbewijs van het voertuig waarmee je onderweg bent.
- De begeleiderspas als je rijdt onder de 2toDrive regeling.
- Een gehandicaptenparkeerkaart als je deze nodig hebt voor het voertuig dat je bestuurt of de plek waar je parkeert.
Daarnaast mag een bevoegd persoon jou verplichten om mee te werken aan een onderzoek naar alcohol-, drugs- of medicijngebruik.
Dat betekent dat je verplicht bent om mee te werken aan een ademanalyse (blaastest), oefeningen om te controleren of je nog goed kunt zien en praten, of een speekselcontrole voor de opsporing van drugsgebruik. Je kunt zelfs worden verplicht om bloed af te laten nemen, bijvoorbeeld als je weigert een blaastest te doen of als het afnemen van de blaastest niet lukt. Er moet dan wel een goede reden zijn om te denken dat je alcohol of drugs gehad hebt.
Hinder of gevaar veroorzaken
De meeste regels staan beschreven in de wetgeving. Zo mag je niet sneller rijden dan toegestaan, mag je geen verkeersborden negeren en mag je niet doorrijden bij rood licht. Maar er is nog veel meer hinderlijk of gevaarlijk gedrag te bedenken dat niet letterlijk is genoemd. Daarom is er een regel opgesteld die het iedereen verbiedt zich zo te gedragen dat er gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt. Ook mag je je niet zo gedragen dat je het overige verkeer hindert of zou kunnen hinderen. Hoe dit gevaar of deze hinder wordt veroorzaakt, maakt voor deze regel niet uit.
- Kapstokartikel
Artikel 5 van de Wegenverkeerswet verbiedt je om hinder of gevaar te veroorzaken in het verkeer. Het wordt ook wel het ‘kapstokartikel’ genoemd. Dit heet zo, omdat gevaarlijk gedrag dat niet letterlijk in de wet genoemd staat, aan dit artikel kan worden ‘opgehangen’. Als jij iets doet in het verkeer dat niet direct verboden is door middel van een bord of een verkeersregel, maar je veroorzaakt hierdoor wel hinder of gevaar, dan kun je door artikel 5 van de Wegenverkeerswet alsnog een straf krijgen.
Verlaten plaats ongeval
Is er toch iets gebeurd in het verkeer en ben jij daarbij betrokken? Dan mag je de plaats van het ongeval niet verlaten totdat je jouw gegevens en de gegevens van het betrokken voertuig hebt achtergelaten bij de andere betrokken personen of de politie. Het maakt daarbij niet uit of jij schuld had of niet.
Ga je toch weg zonder je gegevens achter te laten, dan pleeg je een misdrijf. Alleen als je jezelf vrijwillig binnen 12 uur meldt bij de politie, kun je nog onder je straf uitkomen. Je moet dan niet voor die tijd al door de politie als verdachte zijn aangehouden.
De plaats van het ongeval verlaten en daardoor een slachtoffer in hulpeloze toestand achterlaten, is altijd strafbaar. Ook als je je daarna alsnog meldt. Dit geldt ook als je het ongeval alleen maar hebt zien gebeuren!
Daarnaast ben je ook verplicht om de hulp die je kunt bieden, te bieden. Hieronder valt bijvoorbeeld 112 bellen, eerste hulp verlenen als je dit kunt, omstanders op afstand houden indien nodig en hulpverleners naar het ongeval wijzen. Ga nooit zomaar filmen of foto’s maken van het ongeluk of het slachtoffer. Ook het verspreiden van dit soort materiaal is ronduit asociaal.
Wedstrijd op de weg
Het is niet toegestaan om op de openbare weg een wedstrijd te houden met een andere bestuurder. Je mag bijvoorbeeld geen wedstrijdje doen wie het snelst kan optrekken bij het verkeerslicht. In dat geval is niet alleen de bestuurder maar ook de eigenaar of houder van het voertuig aansprakelijk.
- Invordering rijbewijs
De politie kan je rijbewijs invorderen. Dat wil zeggen dat je rijbewijs wordt ingenomen als je staande bent gehouden omdat je je hebt misdragen in het verkeer. Zij sturen het rijbewijs dan op naar de Officier van Justitie.
- Ontzegging van de rijbevoegdheid
Verbod tot het besturen van motorrijtuigen, ook wel een rijontzegging genoemd. Dit is een verbod van enkele maanden tot zelfs jaren. Je kunt dit opgelegd krijgen door de Officier van Justitie of een rechter, nadat je je hebt misdragen in het verkeer. De ontzegging van de rijbevoegheid kan oplopen tot twee jaar voor lichtere en tot vijf jaar voor zwaardere overtredingen en misdrijven. Bij deze laatste moet je denken aan dood of letsel door schuld, rijden onder invloed en rijden tijdens een ontzegging. Ga je binnen korte tijd opnieuw de fout in, dan kunnen deze straffen verdubbeld worden.
- Ongeldigverklaring rijbewijs
Ga je meerdere keren de fout in, of ben je om een andere reden niet meer rijgeschikt of rijvaardig, dan kan je rijbewijs ongeldig worden verklaard. Je mag dan geen motorrijtuigen meer besturen waarvoor je dit rijbewijs nodig hebt. Je mag in dat geval dus wel fietsen, of rijden in of op een voertuig waarvoor geen rijbewijs nodig is. Je kunt ook een ongeldigverklaring krijgen voor één categorie, waarbij de andere behaalde categorieën wel geldig blijven.

Handhaving op rijgedrag
Als je je teveel misdraagt in het verkeer, dan kan je rijbewijs worden ingevorderd. Dit betekent dat deze wordt ingenomen door de politie. Je rijbewijs wordt dan opgestuurd naar de Officier van Justitie. Deze beslist binnen 10 dagen of je rijbewijs wordt ingehouden of dat je het rijbewijs terugkrijgt. In beide gevallen kan het zijn dat aan de rechter wordt gevraagd de uiteindelijke straf te bepalen. Deze kan dan een boete en een ontzegging van de rijbevoegdheid opleggen.
In de periode dat je een ontzegging van de rijbevoegdheid hebt, mag je geen enkel motorrijtuig meer besturen.
Het innemen van je rijbewijs op basis van je rijgedrag wordt gedaan als je:
- de maximumsnelheid met 50 km/u of meer overschrijdt;
- hinder of gevaar veroorzaakt.
Ook kan er een melding worden gemaakt bij het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen). Deze gaat in dat geval onderzoeken of je nog wel rijgeschikt en rijvaardig genoeg bent om te mogen autorijden.
De afkorting CBR staat voor Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen. Het CBR bepaalt of iemand wel of geen rijbewijs krijgt. Ook bepaalt het CBR of je het rijbewijs mag houden zodra er twijfels zijn over je rijgeschiktheid of rijvaardigheid. Het CBR neemt zowel de theorie- als de praktijkexamens af.
Een aparte afdeling van het CBR is het BNOR, het Bureau Nader Onderzoek Rijvaardigheid. Hier kom je bijvoorbeeld terecht als je vier keer achter elkaar bent gezakt voor je praktijkexamen.
Een melding bij het CBR kan al gedaan worden als je:
- bumperkleeft op de autosnelweg (omdat je te weinig volgafstand houdt);
- andere weggebruikers afsnijdt;
- door rood licht rijdt;
- meer dan 50 km/u te snel rijdt bij normale omstandigheden;
- meer dan 30 km/u te snel rijdt bij wegwerkzaamheden.
Verboden te rijden
Ga je toch rijden in of op een motorrijtuig terwijl je een ontzegging van de rijbevoegdheid hebt, dan pleeg je een misdrijf. Dit geldt ook als je gaat rijden in een voertuig waarvoor je een rijbewijs nodig hebt terwijl dit rijbewijs ongeldig is verklaard.